“Oh, dat is eenvoudig, want we werken met een standaardbericht” is een bekende uitspraak, bijvoorbeeld in een project wanneer vooruitgekeken wordt op de impact van het integratiegedeelte. Maar hoe eenvoudig is het gebruik van een standaard in een integratietraject nu echt in de praktijk, is het echt “plug-and-play”?
Standaarden bestaan er op verschillende detailniveau’s. Zo is er bijvoorbeeld XML die vooral technische handvaten geeft en je eigenlijk alleen verteld hóe je de gegevens op moet schrijven. Een standaard als HR-XML gebruikt de schrijftaal van XML, maar vertelt je daarnaast ook wélke gegevens je moet of mag (wat is verplicht, wat optioneel) communiceren en zelfs ook deels hoe deze er uit zien (is een gegevenselement bijvoorbeeld een datum of getal). Dan zijn er nog weer uitbreidingen daarop (de zogenaamde dialecten uit mijn voorgaande blog), zoals SETU, die kaders door HR-XML gesteld nog verder specificeren en zelfs voorschrijven hoe je bepaalde gegevens hoort te interpreteren.
Wanneer je als bedrijf, software of platform, voldoet aan de eisen die een standaard stelt, zeggen we dat je compliant bent. Zo is ons eHiring platform SETU compliant, zoals ook mijn collega al beschreef in zijn blog.
Betekent deze compliancy, het gebruik van de standaard, nu dat integratie als vanzelf gaat? Het antwoord is een voor de hand liggende “nee”. Hoewel een standaard je duidelijke kaders biedt, zal er altijd een zekere variatie binnen mogelijk zijn. Bedrijfs- of klantspecifieke eisen en wensen, afkomstig van hun werkwijze, proces- of systeeminrichting of soms zelfs simpelweg wetgeving. Al deze variaties zullen geïdentificeerd en zo mogelijk binnen de marges van de standaard gepast moeten worden.
Daarnaast is er natuurlijk ook de veelvoorkomende situatie waarin de ene partij in de ene standaard “spreekt” en de andere partij in een andere. In dat geval moeten zowel de inhoudelijke variaties, als ook de verschillen en overeenkomsten tussen de verschillende standaarden bepaald moeten worden. Vervolgens moeten de standaarden “op elkaar gepast” worden, er moet een zogeheten mapping gemaakt worden, die later door het integratiesysteem zal worden toegepast.
Zo wordt bij de doorontwikkeling van het eHiring platform momenteel, mede door mijzelf, hard gewerkt aan de analyse en interpretatie van de variaties die de SETU standaard toestaat. Tevens wordt vast vooruitgedacht over de compatibiliteit met andere standaarden als ook over verdere verwachte klantwensen en –eisen die we vanuit onze ervaring en expertise op de diverse vakgebieden kunnen voorzien.
Ondanks het gebruik van een standaard is er dus toch nog voldoende werk aan de winkel voor de integratiespecialist. Is het gebruik van een standaard dan eigenlijk wel zinvol? Jazeker! Zonder standaard zijn alle beperkingen van baan en moet tijdens het integratietraject over vrijwel alles een ei gelegd worden: van de technische taal tot en met ieder individuele data elementje, alles moet vanaf de grond opgebouwd worden. De gevolgen zijn vaak niet te overzien of op zijn minst niet te voorzien. Het gebruikte bericht zal weinig toekomstvast zijn, slechts voor een specifieke situatie bruikbaar zijn en iedere wijziging in het proces, systeem of in de data zal vaak ook tot een aanpassing door de hele keten leiden, wat geheid problemen geeft.
Is een standaard dus echt “out of the box” te gebruiken, stekker er in en klaar? Nee, een standaard bied je duidelijke kaders, maar sluit variatie niet volledig uit. Maar zonder standaard is het hek echter van de dam. Door ze wel te gebruiken maken we elkaar en onszelf het leven een stuk duidelijker en prettiger. Lekker (blijven) gebruiken dus die standaarden!
Remco Rexwinkel