Een ding is zeker, wil je jezelf een beetje staande houden in de wereld van integratie moet je verschillende talen kennen. En daarmee bedoel ik niet een taal als Engels of Duits, maar het taalgebruik van de techneuten, van de (project)managers en van de man of vrouw op de werkvloer. Al deze mensen zul je direct of indirect horen en je zult ze niet alleen horen, je zult ook naar ze moeten luisteren. Wat zeggen ze, wat willen ze, wat bedoelen ze?
Naast deze “mensentalen” zul je ook nog eens diverse technische talen moeten kunnen lezen en begrijpen. Van berichtstandaarden tot communicatieprotocollen met ingewikkelde termen als XML, JSON, http en AS2, ze komen allemaal wel een keer voorbij en jij bent degene die ze allemaal moet begrijpen. Om er nog een schepje bovenop te doen worden binnen dezelfde taal vervolgens nog weer verschillende dialecten gebruikt (om maar in de metafoor te blijven), maar over dit fenomeen van standaarden zal ik het later nog een keer uitgebreider hebben.
Nu bedenkt een aantal mensen, ieder een andere taal sprekend, op een gegeven moment dat ze elkaar wat te vertellen hebben. Ze willen met elkaar kunnen praten, hun processen en systemen koppelen, kortom integreren. Werk aan de winkel voor de integratiespecialist, vertalen maar! De ene keer voer je de analyse uit: wie praat welke taal, wat komt overeen en wat nog niet? De andere keer ben je uitvoerend en pas je de vertaling toe en zet je de communicatie op (door het inrichten van het integratieplatform). Of natuurlijk beide.
Goed, dus je bent aan het vertalen, kunnen we dan ook spreken van een doventolk? Je klanten verstaan elkaar wellicht niet of niet goed, maar om ze nou doof te noemen is wellicht een brug te ver. Soms voelt het weliswaar wel of je advies aan dovemansoren gericht is of lijken je klanten Oost-Indisch doof, om nog maar wat gezegdes te gebruiken, maar over het algemeen zorgt dit juist voor extra uitdaging en houdt het je werk interessant. Van onwil of onmogelijkheid is meestal geen sprake, het is gewoon een kwestie van de correcte vertaling en communicatiemethodes toepassen. Aan de andere kant is het omzetten van spreektaal naar gebarentaal ook gewoon een vertaling, maar dat maakt de vergelijking met een doventolk nog niet terecht.
Soms leiden de gecombineerde kennis van verschillende talen, de bijbehorende processen en de mensen die hiermee te maken hebben, tot een toepasbaar product. Een product dat deze centrale rol van tolk op zich kan nemen en zo de integratie te versoepelen. Zo is ook ons eHiring platform ontstaan. eHiring functioneert onder andere als vertaler tussen de werelden van inkoop en inhuur. Met “onder andere” bedoel ik hier dat het natuurlijk veel meer doet dan vertalen alleen, maar het is zeker een van de belangrijke eigenschappen.
Bij het ontwikkelen van dit platform ben ik zelf als integratiespecialist betrokken in een vooral adviserende rol. Hierbij houd ik de “vinger aan de pols” (toch weer die gebarentaal) bij het opzetten van de communicatie via de SETU berichtstandaarden (een standaard van Nederlandse uitzendbureaus) en denk ik mee over de (on)mogelijkheden van toekomstige connecties met klanten. Bij dit laatste zijn de vele jaren ervaring als SAP integratie specialist zeer nuttig. Enerzijds aangezien nog altijd een aanzienlijk deel van de potentiële klanten van een SAP pakket gebruik maakt, anderzijds natuurlijk omdat dit me ervaring in de denk- en werkwijze van diverse klanten heeft opgeleverd.
Samen met collega’s die weer gespecialiseerd zijn in inkoop(processen) zijn we zo in staat om van eHiring het platform te maken dat de wereld van inkoop samenbrengt met die van de uitzendbureaus, ondanks de wezenlijk andere taal die beide spreken. Dit maakt eHiring, maar ook mij als integratiespecialist wellicht toch wel een beetje een doventolk, in de meest positieve zin van het woord!
Remco Rexwinkel